Wat & Hoe: Kunststijlen en -stromingen afkomstig uit Europa

Ga met ons mee op reis door de diverse kunststijlen en -stromingen die Europa hebben gevormd. Van meeslepende suprematisme tot het begin van de kunst, het classicisme. Ontdek alle kunststijlen en -stromingen die afkomstig zijn uit Europa; hoe ze zijn begonnen en wat de kenmerken zijn.

Classicisme

Deze term komt uit de 17e eeuw en werd voornamelijk gebruikt om kunst en cultuur van de oude Griekse en Romeinse beschavingen (5e eeuw v. Chr. tot 5e eeuw n.Chr.) te beschrijven. Wanneer een kunstenaar de principes van deze oude beschavingen volgde werd dit classicisme genoemd; kenmerken van deze stijl zijn harmonie en terughoudendheid. 

Gothiek (12e eeuw)

Gotische kunst was een kunststijl die zich in de 12e eeuw in Noord-Frankrijk ontwikkelde. Hoewel de stijl de meeste invloed had op de architectuur had de stijl ook een relevante invloed op andere kunstvormen. Enkele kenmerken van gotische schilderijen zijn religieuze thema's, symboliek, allegorie en een brede variatie van frisse kleuren om een dramatisch effect te creëren. 

Gothic art_Konrad Witza_Liberation_of_St.Peter_Europese_stijlen_bewegingen
Renaissance (14e eeuw)

Deze kunststijl begon in Florence, Italië aan het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw. In deze periode was er een hernieuwde belangstelling voor de klassieke kunsten van de Griekse en Romeinse beschavingen. Dit is dan ook een van de kenmerken van de renaissance. Andere kenmerken zijn de focus op individualisme, natuur, humanisme en realisme. 

Renaissance_Primavera_Sandro_Botticelli_Europese_stijlen_bewegingen
Maniërisme (1520)

Maniërisme is een stijl in de Europese kunst die rond 1520 in Italië begon. Vanuit daar verspreidde de stijl zich naar meerdere Noord-Europese landen. Het maniërisme duurde tot het einde van de 16e eeuw, toen de barokstijl deze stijl grotendeels had vervangen. Kunstenaars van het maniërisme vervormden vaak de menselijke vorm en andere obkjecten om een gevoel van spanning, beweging of expressie te creëren. De kunstwerken waren typerend dramatisch, theatraal en complex. 

Mannierisme_kunst_El_Greco_The_Burial_of_the_Count_of_Orgaz_Europese_Stijlen_bewegingen
Barok (eind 15e eeuw)

Deze kunststijl begon in Italië - in de 15e eeuw - en verspreidde zich in volle vaart over heel Europa. Het is daarbij ook de eerste visuele stijl die een significant wereldwijde impact had. Enkele typische kenmerken van de barokkunststijl zijn de dramatische composities, dynamische bewegingen, overvloed aan details en het gevoel van theater. De kunstenaars gebruikten ook opmerkelijke contrasten om beweging en emotie te tonen. 

Rococo (1700)

Deze kunststijl begon in de het begin van de 18e eeuw in Frankrijk. Rococo wordt vaak beschreven als de laatste uitdrukking van de barokbeweging. De rococo stijl was het tegenovergestelde van de klassieke stijl en volgde geen regels. De kunst was vaak asymetrisch en gebruikte elegante s- of c-vormen. De kunstenaars werden vaak geïnspireerd door natuurlijke elementen, zoals bloemen, en verwerkten die in de ontwerpen. Ten slotte maakte de rococo stijl veel gebruik van pastel- of lichte kleuren en door de vormen en kleuren werd de stijl vaak geassocieerd met luxe en status. 

Neoclassicisme (eind 1760)

Deze beweging begon in Rome, Italië, eind 1760. Deze beweging was vooral geïnspireerd op de ontdekkingen van oude Griekse en Romeinse archeologische vindplaatsen en artefacten. Enkele kenmerken van deze kunststijl zijn symmetrie, emotieloze weergave van gebeurtenissen, rationaliteit, eenvoud en het gebruik van wetenschap, wiskunde en natuurwetten.

Romantiek (1800)

Deze beweging begon rond 1800 in Engeland in de literatuur. Pas meerdere jaren later kreeg de beweging momentum in de kunst en vooral in Frankrijk en Engeland. De romantiek legde de nadruk op emoties, verbeelding, individualiteit en de verbinding met de natuur. De schilderijen bevatte vaak nostalgie, krachtige kleuren, mytische wezen en krachtige/spirituele natuuraspecten. 

Romantiek_kunst_The_Ninth_wave_Ivan_aivazovosky_Europese_stijlen_bewegingen
Barbizonstijl (1830) 

De Barbizonsstijl ontleent zijn naam aan de Barbizonschool. Deze school was gevestigd in het kleine dorpje Barbizon in Frankrijk. De Barbizonstijl bewoog zich richting realisme met een belangrijke focus op landschappen. De kunstenaars die deze stijl beoefenden wilden natuurlijke scènes als het belangrijkste onderwerp hebben in plaats van de natuur slechts als achtergrond te gebruiken. Een paar kenmerken van deze stijl zijn tonale kleuren, penseelstreken, zachtheid van vorm en natuurlijk landschappen. 

Realisme (1840)

Realisme was een kunst beweging die in 1840 in Frankrijk begon. Realisten verwierpen de romantiek en wilden een nauwkeurige weergave van de werkelijkheid en de maatschappelijke omstandigheden laten zien. 

Realism_kunst_The_wheat_sifters_Gustave_Courbet_Europese_stijlen_bewegingen
Impressionisme (1870/1880)

Het impressionisme ontstond met een groep kunstenaars uit Parijs wiens onafhankelijke tentoonstellingen hen succesvol maakten. Impressionistische kunstenaars schilderden vaak buiten en legden de nadruk op licht en kleur. Ze richtten zich ook op alledaagse voorwerpen en schilderden zonder de traditionele academische conventies van kunst. Een typisch kenmerk van impressionistische kunst zijn de losse penseelstreken die een gevoel van beweging en levendigheid geven. 

Neo-Impressionisme (1886)

Neo-Impressionisme is een term die voor het eerst werd gebruikt door kunstcriticus Félix Fénéon om de schilderijen van Georges Seurat, Paul Signac en Camilla en Lucien Pissarro in Parijs, 1886, te beschrijven. Met neo-impressionisme zijn de kunstwerken vaak gebaseerd op kleurentheorieën.

 Impressionistische kunstenaars geloofden dat kleuren het best tot hun recht kwamen als ze samen werden geplaatst in stippen (Pointillisme) of strepen (Divisionisme), waardoor het lijkt alsof de kleuren zich mengen voor de kijker. Andere kenmerken van impressionisme zijn optische effecten en een subjectieve interpretatie van de werkelijkheid. De kunstenaars waren meer geïnteresseerd in de visuele ervaring van het kunstwerk dan in het tonen van een objectieve kijk op het onderwerp. 

Neo-Impressionism_kunst_Paul_Signac_Place_des_lices_europese_stijlen_bewegingen
Post-Impressionisme (1886/1905) 

Post-Impressionisme was voornamelijk een Franse kunstbeweging die zich ontwikkelde tussen 1886 en 1905. De beweging ontstond als tegenreactie op de bezorgdheid van de impressionisten over de natuurlijke weergave van licht en kleur. De beweging omvatte veel experimenten met kleuren, structuren en vormen. De schilders gebruikten ook vaak hun kunst als een manier om diepere betekenissen te tonen door middel van symboliek. In het post-impressionisme was subjectiviteit en zelf expressie van groot belang en voor het eerst was er een grote variatie aan schilderstijlen in één beweging. 

Post_impressionisme_Paul_gauguin_watermill_in_pont_aven_Europese_stijlen_bewegingen
Fauvisme (1905)

Fauvisme was ook een term, net zoals neo-impressionisme, gebaseerd op een opmerking van een criticus. Bij fauvisme kwam deze opmerking van de Franse criticus Louis Vauxcelles in 1905. Fauvisme komt van het Franse woord 'Fauve', wat 'wild beest' betekent. De kunststijl wordt zo genoemd omdat de stijl wordt gekenmerkt door zijn wilde penseelstreken en felle kleuren, waarbij koude en warme kleuren samen werden gebruikt. Verdere kenmerken van het fauvisme zijn eenvoudigheid en weinig tot geen diepte in het werk. 

Fauvisme_kunst_Henri_Matisse_open_window_collioure_Europese_stijlen_bewegingen
Art Nouveau (1884)

Art Nouveau was een term die voor het eerst werd gebruikt in een Belgisch tijdschrift in 1884. In dit tijdschift werd er verwezen naar een groep hervormingsgezinde beeldhouwers, ontwerpers en schilders. Maar als we echt naar het begin gaan kijken kan er ook gezegd worden dat Art Nouveau begon bij de Arts and Crafts- beweging in Engeland tijdens de tweede helft van de 19e eeuw.

In deze beweging had de "leider" William Morris gekeken naar de gemeenschappelijke waarden van het middeleeuwse tijdperk en gebruikte de uitkomsten in zijn vakmanschap. Zijn verdere gebruik van gestileerde florale en organische vormen resoneerde met veel Art Nouveau-kunstenaars.

De beweging bloeide vanaf de 1880 tot aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Het was ook een kunststijl die niet alleen voor privé omgevingen was, maar ook voor openbare plekken. Zo werden er kunstwerken opgehangen in treinstations, theehuizen en warenhuizen. Enkele kenmerken van Art Nouveau zijn vloeiende lijnen, florale ornamenten, geometrische vormen en symbolische figuren. 

Art_Nouveau_Gismonda_alphonse_mucha_europese_stijlen_bewegingen
Expressionisme (1905)

Expressionisme begon door een groep kunstenaars in Duitsland. Deze groep zag de Industriële Revolutie als vervreemdend en ontmenselijkend. Ze hadden over het algemeen ook een afkeer van het impressionisme. Expressionisten beschouwden het impressionisme als tam en niet maatschappelijk bewust. Door deze gedachten schilderden expressionistische kunstenaars vaak harde en realistische onderwerpen die juist wel maatschappelijke problemen toonden.

 

Ze gebruikten dan ook expressieve kleuren en gedurfde, vervormde vormen. Verder had deze kunststijl een focus op de innerlijke wereld van de kunstenaars en de menselijke conditie en werd er gebruik gemaakt van expressieve penseelstreken. 

Expressionism_kunst_Street_Berlin_Ernst_Ludwig_Kirchner_Europese_stijlen_bewegingen
Kubisme (1907/1914)

Kubisme werd gecreëerd door Pablo Picasso en Georges Braque in Parijs tussen 1907 en 1914. De Franse kunstcriticus Louis Vauxcelles gaf hun kunst de term kubisme nadat hij de landschappen had gezien die Braque in 1908 had geschilderd. Bij het kubisme worden alledaagse voorwerpen, landschappen en mensen omgezet in geometrische vormen.

 

De kunststijl werd beschouwd als een revolutionaire nieuwe schilderstijl. Kenmerken van kubisme zijn collagetechnieken, monochrome kleurpaletten en het ontbreken van diepte. Een ander kenmerk is de gelijktijdigheid van de onderwerpen. Vaak werden er meerdere gezichtspunten of hoeken van een object of figuur tegelijkertijd afgebeeld. Dit creëerde een gevoel van beweging en dynamiek. 

Cubism_I_and_the_village_Marc_Chagall_kust_europese_stijlen_bewegingen
Futurisme (1909)

Futurisme werd gelanceerd door een Italiaanse dichter in 1909 toen hij 'Manifest of Futurism' publiceerde in een Parijse krant. Futurisme was voornamelijk te vinden in Italië en werd geleid door dezelfde dichter die ook de term 'futurisme' lanceerde. Het belangrijkste doel van de groep was om de nieuwe moderne wereld te accepteren en te vieren. De kunstenaars legden veel nadruk op dynamiek, snelheid, technologie, jeugd en moderne/industriele producten. In plaats van naar het verleden te kijken, richtte deze kunstbeweging zich uitsluitend op de toekomst.

Futurism_kunst_Science_against_obscurantism_Giacomo_balla_Europese_stijlen_bewegingen
Suprematisme (1913)

Suprematisme begon in Rusland aan het begin van de 20e eeuw. Deze kunststroming streefde naar de zuiverste vorm mogelijk van abstracte kunst en legde een grote nadurk op geometrische vormen en een beperkt kleurenpalet om een universele beeldtaal te creëren. De stroming was ook op zoek naar de meest minimale uitvoering in de kunst en werd daarom vaak gezien als de meest totale abstracte kunstvorm. 

Dadaïsme (1916)

Dadaïsme was een kunststroming die in 1916 in Zwitserland begon. Deze stroming verspreidde zich al snel naar andere delen van Europa en de Verenigde Staten. Dadaïsme werd gekenmerkt door de afwijzing van tradiotionele artistieke conventies, chaos, absurditeit en kritiek op de sociale, politieke en culturele waarden van die tijd. 

Dadaism_kunst_the_art_critic_Raoul_hausmann_Europese_stijlen_bewegingen
Surrealisme (1917/1924)

Surrealisme is een geval apart. De term 'surrealisme' werd al voor het eerst gebruikt door Guillaume Apollinaire in 1917, maar de beweging werd pas officieel opgericht in 1924. Bij surrealisme wilden de kunstenaars het onbewuste vrij laten, wat vaak resulteerde in onlogische of droomachtige schilderijen. Enkele kenmerken van surrealisme zijn daarom dan ook een droomachtige sfeer, metaforen, symbolie, fantasie en de experimentatie met technieken. 

De Stijl/Neoplasticisme (1917)

Deze kunststijl begon in 1917. De naam 'De Stijl' kwam van een tijdschrift waar vervolgens een kunstenaarsgroep uit voortkwam. De schilders, architecten en ontwerpers die deel uitmaakten van deze groep wilden een universele kunst creëren die bedoeld was voor de nieuwe mens in een nieuwe samenleving. Hun belangrijkste doel was om een harmonieuzere en evenwichtigere wereld te creëren en ze probeerden deze ideeën in hun kunst te weerspiegelen. Meerdere kenmerken van De Stijl zijn het gebruik van primaire kleuren, asymmetrie, balans, rasterstructuren en geometrische abstractie. 

De_Stijl_Neoplasticisme_kunst_Theo_van_Doesburg_Composition_IX_Opus_18_Europese_stijlen_bewegingen
Bauhaus (1919)

Het Bauhaus was een Duitse kunstschool die in 1919 werd opgericht door Walter Gropius. Het doel was om ambachten en schone kunsten te combineren, met een extra nadruk op het functioneel ontwerp en modernistische principes. Enkele kenmerken van Bauhaus zijn eenvoud, geometrische vormen, functionaliteit en het gebruik van moderne materialen. 

Bauhaus_kunst_Bauhaus_cradle_Peter_Keler_Europese_stijlen_bewegingen
Conceptuele kunst (1960/1970)

Voordat conceptuele kunst 'conceptuele kunst' werd genoemd, werd het al in de jaren 1910 gemaakt door de Franse kunstenaar Marcel Duchamp. Marcel Duchamp maakte het makkelijker voor de latere conceptuele kunstenaars door hen voorbeelden te "geven" van prototypisch conceptuele werken.

Later, in 1961, werd de term 'conceptuele kunst' voor het eerst gebruikt. In dit jaar gebruikte filosoof en kunstenaar Henry Flynt de term voor het eerst in een artikel. Hoewel de term in 1961 voor het eerst werd gebruikt, vond de eerste conceptuele kunst tentoonstelling pas plaats in 1970 in New York. Conceptuele kunst wordt gekenmerkt door de nadruk op ideeën en doelstellingen in plaats van op het gemaakte werk. Het werd ook gekenmerkt door het gebruik van verschillende media en dragers. De media werd vaak gemaakt met alledaagse materialen. 

Arte Povera (1967)

De term 'Arte Povera' (arme kunst) werd voor het eerst gebruikt in 1967 door een Italiaanse kunstcriticus. Hij gebruikte de term om de werken van meerdere jongen kunstenaars die tenstoonstellingen maakten met ontzettend eenvoudige materialen te beschrijven. Arte Povera had een grote invloed in de jaren 70 en de meeste kunstenaars kwamen uit Italië. Kunstenaars die participeerden in deze stroming, zetten vraagtekens bij en bekritiseerden de commercialisering van kunst en de voordelen van technologische moderniteit. Enkele kenmerken van deze stroming zijn het gebruik van eenvoudige materialen (bijvoorbeeld aarde en stenen), ironische tonen en onconventionele vormen. 

Arte_Povera_kunst_igloo_mario_merz_Europese_stijlen_bewegingen
Neo-Expressionisme (1970)

De neo-expressionistische beweging begon officieel gezien in Duitsland met de kunstenaar Georg Baselitz. Georg had zijn eerste solotentoonstelling in Berlijn, 1963. De schilderijen die hij maakte hadden veel vervormde menselijke figuren. Mensen vonden dit zo schokkend dat deze werken in beslag werden genomen door de politie.

Door de aandacht die deze stroming kreeg, gingen steeds meer kunstenaars ook meedoen aan deze stroming. Aan het einde van de jaren 70 en het begin van de jaren 80 domineerde het neo-expressionime de kunstmarkt, deels vanwege de mediahype rondom de werken en de kusntenaars. Enkele kenmerken van deze stroming zijn het gebruik van gedurfde kleuren, expressief penseelwerk en historische of mythologische verwijzingen. 

Neo_expressionism_kunst_Julian_Schandel_Marc_Francois_auboire_Europese_stijlen_bewegingen

Bent u na het lezen van deze blog nieuwgierig geworden naar onze andere blogs? Of onze collecties? Klik dan op een of meerdere buttons hieronder om de collecties te bekijken of om onze andere blogs te lezen!